In de optiek van de nationale rekeningen worden kapitaaloverdrachten beschouwd als betalingen “om niet” aan de overheid, die de verwerving of de overdracht inhouden van een of meer activa door minstens een van de partijen betrokken bij de verrichting.
In de praktijk rijst de volgende vraag: dient de inbreng door de overheid van kapitaal in een onderneming of in een internationale instelling in de nationale rekeningen te worden geboekt als:
- een financiële verrichting (hoofdgroep 8): in deze veronderstelling is de storting door de overheid vergelijkbaar met een aandeelhoudershandeling in een handelscontext. De kapitaalinbreng kan slechts als financiële verrichting worden geboekt als de overheid in ruil een financieel actief krijgt van dezelfde waarde. Dit is een fundamenteel kenmerk van financiële verrichtingen. Door kapitaalaandelen in te brengen in een vennootschap, treedt de overheid op als aandeelhouder om in ruil dividenden te krijgen of een meerwaarde te verkrijgen. Daadwerkelijke storting van dividenden – of het realiseren van meerwaarden – is aldus een belangrijk criterium om de handelscontext van de verrichting te beoordelen en de inbreng van fondsen als een financiële verrichting te behandelen. Als deze voorwaarden vervuld zijn, wordt de kapitaalinbreng als kapitaalverhoging geanalyseerd en dus als financiële verrichting geboekt op het financiële instrument “aandelen en andere deelnemingen” en zal geen weerslag hebben op het vorderingensaldo van de overheid. Bij het onderzoek van de verwachte winst:
- moeten de toelagen en andere openbare overdrachten worden uitgesloten uit de berekening;
- moet de vergelijking worden gemaakt hetzij met de winst van de privébedrijven actief in dezelfde bedrijfstak, hetzij met het rendement van de staatsobligaties op lange termijn.
- een niet-financiële verrichting (hoofdgroep 5): in deze veronderstelling is de storting van de overheid “om niet” en gebeurt die om algemene beleidsredenen en buiten een handelscontext. Er staat geen tegenprestatie tegenover en heeft geen automatisch effect (en voor eenzelfde bedrag) op de participatie van de Staat in het bedrijf. Het zal worden geanalyseerd en geboekt als kapitaaloverdracht. Door haar optreden verwacht de overheid geen dividend terug (meestal keert een onderneming die dergelijke overdracht geniet, geen dividend uit), maar enkel een verbetering van de financiële toestand van de onderneming en de bevrediging van maatschappelijke behoeften (in termen van werkgelegenheid of overheidsinfrastructuur, …).
Als een overheid kapitaal inbrengt in een bestaand bedrijf (zonder dat daardoor de hoofdactiviteit ervan radicaal wordt gewijzigd) dat verliezen heeft opgestapeld, en deze verliezen geboekt zijn volgens de gebruikelijke algemene boekhoudregels, zal in het algemeen de kapitaalinbreng in zijn geheel als niet-financiële verrichting worden behandeld (hoofdgroep 5).
Toch bestaan er enkele uitzonderingen:
- Wanneer tegelijk de kapitaalinbreng groter is dan het bedrag van de opgestapelde verliezen en het duidelijk is dat het overblijvende deel uitsluitend bestemd is om te investeren in reeds winstgevende activiteiten van het bedrijf, wordt de kapitaalinbreng behandeld als niet-financiële verrichting binnen de grenzen van het bedrag van de verliezen (hoofdgroep 5) en als financiële verrichting voor het deel dat overblijft (hoofdgroep 8);
- Wanneer men besloten heeft tot een “grondige herstructurering” van het bedrijf om de rendabiliteit te herstellen. In dat geval:
- wordt de kapitaalinbreng in zijn geheel behandeld als financiële verrichting (hoofdgroep 8) als er een brede consensus bestaat over het feit dat het bedrijf door de herstructurering in de nabije toekomst naar alle waarschijnlijkheid opnieuw winstgevend zal worden;
- als er echter onzekerheid is over de toekomstige gevolgen van de herstructurering, wordt de kapitaalinbreng behandeld als niet-financiële verrichting (hoofdgroep 5) binnen de grenzen van het bedrag van de opgestapelde verliezen en als financiële verrichting (hoofdgroep 8) voor het overblijvende deel.
- Als een overheidsbedrijf verlieslatend is en particuliere investeerders (met inbegrip van nieuwe investeerders) substantieel deelnemen in de kapitaalinbreng, voorzover sommige voorwaarden inzake de particuliere investeerders zijn vervuld (onder meer voor wat betreft hun rechten en risico’s, die gelijkaardig zijn aan deze van de overheid), wordt de totale overheidsinbreng in het kapitaal als financiële verrichting behandeld (hoofdgroep 8).
- Wanneer een overheidsbedrijf tijdens de jongste boekjaren geen verliezen heeft opgestapeld, wordt de totale kapitaalinbreng geboekt als een financiële verrichting (hoofdgroep 8) in de rubriek “aandelen en andere deelnemingen” (of eventueel als leningen), behalve in de veronderstelling dat de door de overheid opgelegde activiteitsvoorwaarden van de onderneming zouden wijzigen en ernstige twijfels zouden doen ontstaan over de toekomstige winstgevendheid van het bedrijf. In dit geval dient de totale kapitaalinbreng als niet-financiële verrichting (hoofdgroep 5) te worden behandeld.
- In het geval van een nieuw overheidsbedrijf, opgericht op het moment van de kapitaalinbreng, of een bestaand bedrijf, dat een geheel nieuwe activiteit begint of nieuwe soorten activa worden verworven, en het duidelijk is dat de overheid niet de bedoeling heeft het bedrijf voor overheidsbeleidsdoeleinden te gebruiken: als de analyse aantoont dat na een normale periode van verliezen (zoals men die vaststelt bij gelijkaardige investeringen) het bedrijf structureel winstgevend zou moeten zijn, wordt de totale kapitaalinbreng als financiële verrichting behandeld (hoofdgroep 8). Indien dit niet het geval is, wordt de totale kapitaalinbreng als niet-financiële verrichting behandeld (hoofdgroep 5).
- De investeringsbijdragen voor ondernemingen toegekend door de communautaire instellingen worden niet opgenomen in de economische hergroepering. Zij die dit soort verrichtingen willen boeken in de economische hergroepering moeten de groepen 03 en 08 gebruiken.
- Elke inbreng van fondsen, die geheel of gedeeltelijk als niet-financiële verrichting wordt beschouwd, wordt op vlak van het ESR 2010 als overheidsuitgave geboekt. Daardoor heeft het een negatief effect op het vorderingensaldo. Zelfs indien de inbreng van de overheid wettelijk de vorm van aandelen (of andere deelnemingen) heeft aangenomen kan men een effect boeken op het vorderingensaldo wanneer aan voormelde voorwaarden niet is voldaan.
- In de economische classificatie worden kapitaaloverdrachten opgesplitst volgens hun aard. Men onderscheidt drie soorten:
- Investeringsbijdragen zijn stortingen “om niet” die de overheid of de rest van de wereld ten voordele van andere institutionele eenheden verricht en die bestemd zijn om de vastekapitaalvorming geheel of gedeeltelijk te financieren.
- Giften van kapitaalgoederen, zoals bij hulp aan ontwikkelingslanden, dienen eveneens als investeringsbijdragen te worden beschouwd;
- Woningbouwpremies worden beschouwd als investeringsbijdragen zowel voor de sector gezinnen als voor de andere sectoren;
- Jaarlijkse stortingen door de overheid aan andere (sub)sectoren voor het deel dat overeenstemt met de aflossingen van leningen die bedrijven hebben aangegaan om investeringen te doen, moeten ook als investeringsbijdragen worden beschouwd. In principe moeten deze bedragen onderscheiden worden van de rentesubsidies (subgroep 31.1). Wanneer een bijdrage beide elementen bevat, zonder dat een splitsing kan worden gemaakt, wordt de totale bijdrage als een investeringsbijdrage geboekt.
- Vermogensheffingen zijn verplichte, door de overheid ontvangen op niet-regelmatige basis, heffingen op het kapitaal of vermogen van institutionele eenheden. Ze worden geacht niet te worden aangerekend op het inkomen, maar op het vermogen. Zij omvatten onder meer successie- en schenkingsrechten en buitengewone heffingen op vermogen.
- De overige kapitaaloverdrachten omvatten onder meer:
- schadeloosstellingen voor schade geleden tijdens de oorlog of als gevolg van een natuurramp;
- dekking van opgestapelde verliezen van bedrijven;
- verhoging van de mathematische reserve van de pensioenkassen;
- schuldkwijtschelding en waarborgstortingen;
- eenmalige spaarpremies toegekend aan gezinnen ter compensatie van spaarverrichtingen gedurende een aantal jaren;
- legaten en belangrijke giften;
- jaarlijkse stortingen van de overheid aan andere (sub)sectoren ter grootte van de aflossing (en de interesten, indien een splitsing niet mogelijk is) op de leningen aangegaan voor andere dan investeringsdoeleinden.
- Kapitaaloverdrachten behouden hun aard ongeacht of ze gebeuren met een eenmalige storting dan wel verspreid in de tijd. Kapitaaloverdrachten worden onderverdeeld in de hoofdgroepen 5 en 6 naargelang van de sector of subsector. Vervolgens wordt een onderscheid gemaakt tussen investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten.