04 Annuïteiten met betrekking tot financiële leasings

Algemeen
Ingesloten
Aantekeningen

ESR-code: 04
Naam: Annuïteiten met betrekking tot financiële leasings

Inzake financiële leasing omvatten de annuïteiten een deel rentelasten en een deel kapitaalaflossing. Als het bij het opstellen van de begroting niet mogelijk is het gedeelte rente en kapitaalaflossing te onderscheiden, dient de code 04.00 te worden gebruikt. De uitsplitsing tussen de codes 21.50 (rente op financiële leasings) en 91.70 (aflossingen bij financiële leasings) gebeurt dan op het niveau van de verwezenlijkingen.

Deze code wordt hoofdzakelijk gebruikt op het niveau van de begroting van de Regie der Gebouwen voor de annuïteiten met betrekking tot investeringen via alternatieve financiering.

Inzake leasing voorziet het ESR in een verschillende boeking naargelang het een operationele of een financiële leasing betreft. Bij leasingoperaties worden de volgende codes gebruikt:

  • 04.00: annuïteiten met betrekking tot financiële leasings;
  • 12.11: algemene werkingskosten – overige huurgelden;
  • 12.12: huurgelden van gebouwen;
  • 21.50: rente op financiële leasings;
  • 7x.xx: investering/desinvestering;
  • 91.70: aflossingen bij financiële leasings;
  • 96.70: opbrengsten van leningen met betrekking tot financiële leasings.

A. OPERATIONELE LEASING (EENVOUDIGE HUUR)

Operationele leasing komt overeen met een eenvoudige huur. Het gaat dus om een opera­tie waarbij de lessee het gebruiksrecht verwerft van een duurzaam goed gedurende een bepaalde periode. Er is geen koopoptie. De lessor blijft eigenaar van het goed en recupereert dit op het einde van de overeenkomst.

B. FINANCIELE LEASING (HUURKREDIET)

In het geval van huurkrediet verwerft de lessee het gebruiksrecht van een duurzaam goed gedurende een bepaalde periode in ruil voor de betaling van huurgelden. Op het einde van de huurperiode kan de lessee vaak kiezen of hij het goed koopt.

In het algemeen is het de lessee die het goed kiest. Dat laatste wordt rechtstreeks geleverd door de producent of de verkoper. De lessor speelt dus een rol van louter financiële aard.

Het ESR gaat er van uit dat de lessor een lening toekent aan de lessee. Deze laatste kan daardoor een duurzaam goed kopen en er eigenaar van worden vanaf het begin van de huurperiode.

Bij het ter beschikking stellen van het goed beschouwt het ESR het dus zo dat de overheid een leningovereenkomst aangaat in ruil voor de verwerving van het goed. Deze verwerving wordt in de uitgaven aangerekend op de overeenkomende code 7x.xx en in de ontvangsten onder de code 96.70 als verrichting buiten de begroting omdat er op dat moment geen enkele geldstroom geboekt wordt.

Gedurende het eerste jaar moet de hele investering (aankoopoptie inbegrepen) geboekt worden onder de codes “7x.xx” en “96.70”.

Elke leasingannuïteit zal dus een gedeelte rentelasten (code 21.50) en een gedeelte aflossingen (code 91.70) bevatten. In kader van PPS, boekt men, bovenop deze 2 uitgavenposten, onder de code 12.11 de uitgaven in verband met de component onderhoud.

Ingeval er een koopoptie bestaat op het einde van de leasingovereenkomst, kunnen twee gevallen zich voordoen:

  • ofwel wordt de optie geheven: in dit geval wordt het restbedrag gelijkgesteld met een kredietaflossing (code 91.70). Het moet worden aangerekend als verbintenis en als verplichting op het ogenblik dat de optie wordt geheven;
  • ofwel wordt de optie niet geheven: in dit geval is er een desinvestering (groepen 76/77) en een schuldaflossing (economische code 91.70).