ESR-code: 36
Naam: Indirecte belastingen en heffingen
Belastingen zijn verplichte heffingen zonder aanwijsbare tegenprestatie die volgens algemene regels worden geheven. Indirecte belastingen worden geboekt onder de groep 36. Die wordt onderverdeeld volgens het soort belasting.
De code 36 wordt als volgt opgesplitst:
- 36.10: invoerrechten;
- 36.20: accijnzen en andere verbruiksbelastingen;
- 36.30: belasting op de toegevoegde waarde;
- 36.40: registratierechten;
- 36.50: winsten van fiscale overheidsmonopolies of van openbare bedrijven met een monopolistisch karakter;
- 36.60: verkeersbelasting;
- 36.70: milieuheffingen;
- 36.80: heffingen en belastingen op onroerende goederen, met uitzondering van de onroerende voorheffing;
- 36.90: diverse belastingen, waaronder de kansspelbelastingen, de uitvoerheffingen, de keuringsrechten en de vermakelijkheidsbelastingen.
- Fiscale boeten (groep 38) behalve wanneer men ze niet kan scheiden van de overeenstemmende belasting;
- Verwijlinteresten (groep 26) tenzij ze niet te scheiden vallen van de overeenkomstige belasting.
Betalingen geïnd voor emissierechten van het type “European Union Allowances”(EUA), die afgeleverd zijn in het Europees stelsel “Emission Trading System”(EU ETS), moeten worden geboekt als indirecte belastingen (code 36.90). In theorie zouden deze belastingen moeten worden geboekt op het ogenblik waarop de luchtvervuiling plaatsvindt. In praktijk echter worden ze geboekt op het ogenblik waarop deze rechten worden teruggegeven aan de bevoegde overheid, zijnde in april van het jaar t+1. Het verschil tussen het ogenblik waarop de Staat de bedragen int van de verkoop van de rechten (via opbod) en het ogenblik waarop de rechten worden teruggegeven doet een financiële verbintenis ontstaan voor de Staat en een financiële schuldvordering voor de houder.